Alle tools

Grenzen stellen XSmall

We weten heel goed hoe het voelt als iemand te dichtbij staat. Zo iemand staat dan in je persoonlijke ruimte. Je bepaalt graag zelf wie er in je ruimte komt en hoever deze persoon mag komen. Als iemand te dichtbij of ver weg is, ervaren we dit als onprettig. Waar ligt jouw grens? Wanneer weet je en voel je als iemand te dichtbij komt? En hoe geef je die grens aan?

 

methodiek

Praktisch

Aantal deelnemers: max. 12

Duur: 15 minuten

Materiaal: /

Opwarmers:

Werkwijze

Stap 1. Maak tweetallen.

Laat ze zelf bepalen wie A is en wie B. Verspreid ze in de ruimte en zet ze recht tegenover elkaar met ongeveer 5 meter tussen. 

2. Waar ligt je grens?
  • Leg uit: Voor iedereen ligt de grens van zijn persoonlijke ruimte ergens anders. Als iemand je ruimte betreedt, merk je dat fysiek: spanning, trillen, zweten enz... Dat ga je nu ervaren.
  • Laat B met een neutrale houding langzaam dichter naar A stappen. A gaat bij elke stap van B in zijn lichaam na of en wanneer hij een verschil voelt.
  • Als de grens bereikt is, geeft A dit aan en vertelt wat hij precies merkt en waar hij dat voelt in zijn lijf. Zo wordt hij zich bewust van zijn spanningssignalen.
  • Ga bij elk duo langs om deze oefening op te volgen. 
3. Geef je grens aan!
  • Herhaal de vorige oefening. Nu zegt A bij het bereiken van zijn grens: “Stop, tot hier”.  Maar als A dat niet overtuigend doet, loopt B door. A onderzoekt hoe de grens het best aangegeven kan worden.
  • Ga bij elk duo langs om deze oefening op te volgen. 
4. Draai de rollen om

en doorloop opnieuw stap 2 en 3.

5. Bespreek na:
  • Waaraan merk je als A bij jezelf dat iemand over je grens gaat? Welke signalen merk je? Download onderstaand werkblad en vul het samen in.
  • Waarom loopt B wel of niet door?
  • Hoe geef je je grens congruent aan?

Variant

Laat deelnemer B in plaats van een neutrale houding een andere houding aannemen: sneller stappen, trager stappen, dreigend, boos, bang, paniekerig...

Bron: http://www.werkvormen.info/