Alle nieuws

VRGT kiest voor een veilige zorg

De Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (VRGT) nam ICOBA onder de arm om een agressiebeleid te ontwikkelen. Wout van ICOBA interviewde Nina Segers, trekker van de werkgroep agressie.

Resultaat? Een artikel in twee delen over verwezenlijkingen en hoe die tot stand kwamen. In dit deel ontdek je hoe de VRGT sterk inzet op betrokkenheid van alle medewerkers. Hoe ze hun visie op een interactieve manier uitrollen en hoe ze hun interventieprocedure nauwgezet vorm en inhoud geven.

Spreken we over hetzelfde?

Begin je aan jouw agressiebeleid? Dan stem je best eerst de violen gelijk: “Over wat hebben we het? Wat is dat, agressie? Hoe kijken mijn collega’s ernaar?”

Met ICOBA's prikkeldraadoefening ga je in gesprek over grenzen en maak je samen een definitie van agressie. De werkgroep nam de proef op de som en dat was meteen een eyeopener: “Ah ja, wacht eens even! Het is niet zo zwart wit als we dachten.”

Na deze testcase begeleidden de leden van de werkgroep de oefening in alle afdelingen.

Afbeelding
Nina Segers

Een visie van iedereen

De prikkeldraadoefening voedde de visietekst. Als extraatje legde de werkgroep aan alle medewerkers prikkelende stellingen voor: ‘agressie is deel van mijn job’, ‘ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen veiligheid’... Akkoord of niet akkoord? Verdedig je mening en probeer je collega's te overtuigen. Zo kwamen we tot een gezamenlijke visie op agressie, (on)veiligheid en hoe we ermee willen omgaan.

Het stopt niet bij een visietekst, je moet ervoor zorgen dat de visie blijft hangen bij de medewerkers Nina Segers

De werkgroep rolde de visietekst uit met een pictionary-spel tijdens een personeelsdag. Verschillende groepjes tekenden of beeldden elk een kernwaarde van de visietekst uit. De andere groepjes ontdekten zo spelenderwijs de essentie van de visie.

Visieteksten staan soms bol van containerbegrippen zoals betrokkenheid, persoonsgerichte of patiëntgerichte aanpak, participatie... We maakten deze begrippen tijdens een overleg met alle personeel concreet en herkenbaar, bedachten beelden en slogans voor deze kernwaarden en ontwierpen een poster. ‘Persoonsgerichte of patiëntgerichte aanpak’ werd bijvoorbeeld ‘iedereen is uniek’.

Afbeelding
Poster VRGT

Stem je interventieprocedure af op de praktijk.

Maak je procedure haalbaar en herkenbaar. Dat bereik je als je iedereen betrekt bij het proces en de procedure afstemt op risico’s in de praktijk.

Op welke tijdstippen en in welke werksetting worden medewerkers vaker geconfronteerd met agressie? De mobiele röntgen unit (MRU) komt regelmatig in gevangenissen en daar is er een groter risico op agressief gedrag. Consultaties in de Centra voor Respiratoire Gezondheidszorg (CRG), huisbezoeken en arbeidsgeneeskunde op verplaatsing zijn eveneens risicovolle situaties.

We richtten ons eerst op risicovolle situaties. Elke specifieke setting spitten we uit. Nina Segers

Dat was het startpunt voor een interventieprocedure op maat van elke afdeling. Daaruit distilleerden we een ‘algemene’ interventieprocedure. Het voelde aan als een omgekeerde beweging maar we zijn tevreden met het resultaat.

Maak een procedure zo concreet mogelijk

Hoe kan je een huisbezoek goed voorbereiden? Wat kan je doen als je een pand betreedt en hoe contacteer je collega’s of politie in noodsituaties? We brachten in kaart wat we nu al doen, wat beter kan en wat daarvoor nodig is.

Om frustratieagressie te voorkomen bij een huisbezoek is het bijvoorbeeld belangrijk dat je je zoveel mogelijk aan afspraken houdt. Kom je te laat? Laat het weten. Dit lijkt vanzelfsprekend maar zo'n concrete richtlijnen helpen om agressie te voorkomen.

We willen de veiligheid van alle medewerkers maximaal garanderen. Ook al werken ze alleen Nina Segers

Een medewerker van MRU of mobiele röntgen unit staat er alleen voor tijdens een screening in de gevangenis. We spraken met de gevangenis af dat er altijd een cipier aanwezig is. Anders gaat de screening niet door.

Mensen begrijpen niet altijd waarom ze gescreend worden en dat wekt soms frustraties op. Om frustraties te voorkomen ontwikkelden we een poster met informatie over tuberculose en hoe de screening verloopt. Al die ogenschijnlijk kleine acties dragen bij aan een veiligere werkomgeving.

Bel je buddy tijdens een noodsituatie

Medewerkers die zich onveilig voelen in een werksituatie kunnen hun buddy telefonisch contacteren. Met de afspraak: bel voor het bezoek en 10 minuten nadat je het pand betrad.

Dit informeel initiatief bestond al, we formaliseerden het in een procedure. Na een evaluatie van de procedure verplichten we het buddysysteem ook voor wie buiten de werkuren op huisbezoek gaat. We stelden vast dat ons systeem geen veiligheid bood tijdens een huisbezoek buiten de werkuren.

Het oproepsysteem is geniaal in zijn eenvoud. Elke medewerker heeft een zelfde type werkgsm met een noodknop die je zelf kan instellen Wouter Bollen

Bij bepaalde smartphones bel je automatisch met een noodknop naar 112. Bij andere toestellen kan je zelf een nummer instellen, in ons geval het nummer van de buddy.

Het systeem zit nog in een testfase. Hebben medewerkers dit echt nodig? Voelen mensen zich daardoor veiliger? Of zoeken we beter naar een ander systeem? De eerste reacties zijn positief: het systeem stelt medewerkers gerust. Er zijn wel duidelijke afspraken nodig over hoe, wanneer en in welke situaties je de meldknop gebruikt.

Maak een fiche met noodnummers

We maakten fiches met noodnummers die samen met de nummers van dichte collega’s in ieders werkgsm moeten staan. Elke setting kan er volgens de nood extra nummers aan toevoegen. De fiches hangen op in de werkruimte. Ze zijn fel oranje gekleurd, zo vallen ze goed op.

Breng vluchtroutes in kaart

We vroegen de vluchtroutes op van alle CRG’s en deden een veiligheidscheck. Kan een medewerker snel vluchten? Blokkeert het meubilair de vluchtroute? Zijn er onveilige ruimtes?

Deze denkoefening leidde tot de herinrichting van een aantal ruimtes . Maar we blijven realistisch, het is niet altijd mogelijk om te optimaliseren door de eigenheid van de infrastructuur en het bijhorende financiële plaatje.