Omgaan met roddelen

Bij roddelen spreek je negatief over iemand die er niet bij is en die zich niet kan verdedigen. Roddels zorgen voor een onveilige sfeer en beschadigen reputaties. Zorg dat het stopt.

Verhalen vertellen of roddelen?

Mensen houden van verhalen. Verhalen zeggen iets over de identiteit en de groepssfeer en ze verduidelijken normen. Met verhalen lucht je je hart of toets je jouw mening bij anderen.
Het belangrijkste kenmerk van verhalen is dat ze openlijk verteld worden en dat de personen over wie het gaat hun visie kunnen geven. Er is niets opzettelijk gemeens, heimelijks of stiekems aan.

Eigen aan roddelen is dat men opzettelijk en met een zeker genoegen negatief spreekt of onjuistheden over iemand vertelt, achter diens rug. De persoon in kwestie kan zich niet verdedigen. Het leidt een eigen leven. Roddels kwetsen. Ze zorgen voor gevoelens van ongemak, onzekerheid, eenzaamheid en onveiligheid. Ze verwoesten reputaties en ze verpesten de sfeer en het onderlinge vertrouwen. Roddels doen je groep of team geen goed. Roddelen is een vorm van (strategische) manipulatie of van pesten. Treed er met z’n allen tegen op.

Stop geroddel, stop venijn

Roddel zelf niet.

Als collega

Spreek roddelaars aan en maak hen duidelijk dat ze op die manier niet bijdragen aan een fijne sfeer. Vraag hen om hun bezwaren open en eerlijk op tafel te leggen.

Als leidinggevende

Voer een gesprek met de meest dominante roddelaar. Zet volgende stappen:

  • Benoem concreet het roddelende gedrag.
  • Achterhaal de beweegreden. Wat maakt dat de persoon dat doet? Welke behoefte probeert diegene die roddelt hiermee te vervullen? Wat bereikt die daarmee?
  • Bied een antwoord op de achterliggende behoefte en investeer in een veilige team/groepssfeer.
  • Confronteer de persoon met het effect van diens geroddel en maak duidelijk waar de grens ligt.
  • Maak afspraken en volg de situatie nauwgezet op.
  • Voer een extra gesprek als de situatie niet verbetert en geef zo nodig een officiële waarschuwing of sanctie.

Maak medewerkers medeverantwoordelijk voor de werksfeer en stel duidelijk grenzen: wat kan wel en wat kan niet?

Wat als een gebruiker of diens familie roddelt over een collega

Begrens het gedrag. Zet volgende stappen:

  • Benoem het concrete gedrag en de bijhorende emotie of behoefte:

               “Ik hoor je over x zeggen dat … Ik begrijp dat je het belangrijk vindt om … of voelt dat …”

  • Zeg welk effect dat heeft op jou en stel je grens:

               “Ik voel me er ongemakkelijk bij dat je dit tegen mij zegt. Het gaat overeen collega en over
                een situatie waar ik niet bij was. Ik kan en wil daar geen uitspraken over doen.”

  • Zeg wat je wel wilt/verwacht:

               “Je bespreekt dit beter zelf met mijn collega. Of als je dat moeilijk vindt, kan je het eerst
                 bespreken met de verantwoordelijke.”

Verwittig je verantwoordelijke als de situatie zich opnieuw voordoet.

Maak belangrijk nieuws op tijd bekend. Dat kan met dagelijkse briefingmomenten, wekelijkse teambesprekingen, nieuwsbrieven of blogs.

Doe wat nodig is om alle belanghebbenden op tijd te informeren. Als ze weten wat er te weten valt, valt er niets te gissen.

Communiceer open bij fouten, tekortkomingen en pijnlijke beslissingen. Geef je alle betrokkenen ruimte voor feedback.

Hebben ze vragen, bedenkingen of zorgen? Wees bereid te luisteren. En blijf eerlijk als je het antwoord niet weet.

Twijfel je over een verhaal? Vertel het niet.

Kwets je iemand met dit verhaal? Houd het voor jezelf.

Beloofde je iets niet door te vertellen? Vertel het niet door.

 

BEZIN voordat je spreekt.
Is wat ik zeg:

Behulpzaam?
Echt?
Zachtmoedig?
Inspirerend?
Nodig?

Ingeborg Dijkstra-Verbeeck

Heb oog voor positieve punten en sterktes en benoem die. Kom tegelijk open en eerlijk voor je observaties en meningen uit en zeg waar het op staat. Spreek elkaar aan op gedrag zonder de ander pijn te doen of te sparen