Nazorg na agressie

Met opvang ondersteun je de getroffenen zo snel mogelijk na een incident. Na de opvang komt de nazorg. De nasleep van een incident kan enkele weken duren. In die periode is het aangeraden om de persoon die het incident meemaakte systematisch te ondersteunen. Zo verhoog je de kans op een normale verwerking. Organiseer zoveel mogelijk zelf de nazorg. Zo nodig besteed je het uit aan een externe. Bijvoorbeeld aan een eerstelijnspsycholoog of aan een therapeut gespecialiseerd in traumaverwerking.

 

Individuele nazorg

Zorg er voor dat de getroffene steun ervaart vanuit de organisatie. Start de nazorg in elk geval binnen de 72 uur. Je kan hiervoor gebruik maken van het driegesprekkenmodel. Dit model is geënt op de verschillende verwerkingsfasen bij een schokkende gebeurtenis. 

Zorg dat de getroffene onvoorwaardelijke steun ervaart van de organisatie, het thuisfront en de collega’s. De regel is: ‘de getroffene treft geen schuld’ en ‘hij/zij heeft er alles aan gedaan om het incident zo goed mogelijk af te wenden en tot een goed einde te brengen’.

Collectieve nazorg

Een schokkend incident kan een stevige impact hebben op de direct getroffenen. Maar ook op het team. Maak tijd om samen het schokkend incident te bespreken. Dit kan tijdens een operationele debriefing. Doe dit gesprek best pas na 4 dagen als het heel schokkend was.

Bij een operationele debriefing zet je samen alle feiten en acties op een rij. De nadruk ligt dus niet op het psychologische, al kan je daar wel ruimte voor laten.

Onderzoek wijst uit dat een psychologische debriefing niet aangewezen is en zelfs schadelijk kan zijn. Hierbij ligt de nadruk op een feitelijk reconstructie van het verhaal met alle bijhorende emoties. Zo laat je diegene die het incident meemaakten het incident herbeleven en lok je meer klachten uit.

Interne nazorg

Naast de leidinggevende kan je directe collega’s, deskundige medewerkers (bv. vertrouwenspersoon, arbeidsgeneesheer, preventieadviseur) of een nazorgteam inschakelen om nazorg te verlenen. Mogelijkheden zat om nazorg intern te organiseren. Weeg wel eerst de pro's en de contra's af van je keuze. Zorg dat deze personen goed opgeleid zijn en beschrijf het nazorgproces in een procedure. 

Externe nazorg

Organisaties waar weinig risico is op schokkende gebeurtenissen, investeren doorgaans minder in interne nazorg. Een kleiner budget of weinig geïnteresseerde kandidaten zijn ook redenen om dat niet te doen. Dan is externe nazorg via een eersteliijnspsycholoog een goed alternatief.
Externe nazorg zet je ook in als de interne nazorg zijn grenzen bereikt. Het kan gebeuren dat het slachtoffer ondanks je systematische nazorg het incident moeilijk achter zich laat. Doorverwijzen naar een externe therapeut gespecialiseerd in traumaverwerking is dan aangewezen.

Slachtofferhulp van de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW)

In elke regio is er minstens één CAW verantwoordelijk voor slachtofferhulp. Het aanbod is gratis voor slachtoffers van alle vormen van geweld. De Dienst Slachtofferhulp geeft psychosociale hulp, juridische informatie en praktische ondersteuning. Ze gaan bijvoorbeeld mee naar de politie, de arts of de rechtbank. Ze bemiddelen met de advocaat, de verzekering en het parket en wijzen de weg naar andere mensen of diensten. Niet alleen het directe slachtoffer, ook het natuurlijk netwerk van het slachtoffer en getuigen kunnen er gratis terecht voor informatie, advies of hulp. Meer informatie vind je op www.caw.be.

Gespecialiseerde hulpverlening

Sommige slachtoffers hebben gespecialiseerde en langdurige hulp nodig. Als organisatie kun je daarvoor afspraken maken met externe therapeuten. Denk niet alleen aan zelfstandigen, maar ook aan de Dienst Geestelijke Gezondheidszorg, psychiaters en gespecialiseerde therapeuten uit collega-voorzieningen. Let er wel op of mensen ervaring hebben met preventieve opvang en nazorg en/of met traumaverwerking.