Alle tools

Groepsnazorggesprek

Deze praatactiviteit met slachtoffers en getuigen bestaat uit 2 delen. Het eerste gesprek vindt ten laatste twee dagen na een incident plaats. Het doel van het eerste gesprek is om slachtoffers en getuigen vat te laten krijgen op wat er gebeurd is.

Het tweede gesprek vindt plaats ongeveer twee weken na het incident. Het doel: een terugblik op de voorbije periode en nagaan of het incident verwerkt is.

methodiek

Groepsnazorggesprek 1 - ten laatste twee dagen na een incident

Ga met de groep samen zitten en bespreek wat er gebeurd is. Laat ze vertellen over het voorval.

  • Wat nam je waar: wat zag je, wat hoorde je?
  • Wat dacht je?
  • Wat voelde je?
  • Wat deed je?

Vertel kort dat iedereen anders reageert op een agressie-incident, maar dat dat normale reacties zijn op een abnormale situatie. Hoe onlogisch ze soms ook overkomen bij anderen. Informeer wie wat nodig heeft om alles weer op zijn plooi te laten komen.

Rond af. Ga na of er nog vragen zijn. Noteer vragen die je niet meteen kunt beantwoorden. Laat cliënten die meer nodig hebben weten dat ze welkom zijn bij jou en je collega’s.

Geef afspraken rond verdere nazorggesprekken door als je die plant. Verplicht niemand tot praten. Deze vragen kun je uiteraard ook als leidraad gebruiken voor een één-op-één gesprek met een slachtoffer of een getuige.

Groepsnazorggesprek 2 - ongeveer twee weken na het incident

Ga met de groep samen zitten en blik terug op de periode na het eerste nazorggesprek. Neem de huidige stand van zaken op en kijk terug naar de voorbije periode:

  • Hoe gaat het nu?
  • Wat is er allemaal gebeurd sinds je laatste groepsgesprek?
  • Hoe ben je met de situatie omgegaan?
  • Wat heb je geleerd uit de situatie en hoe je ermee omging? Wat helpt? Wat helpt niet?

Geef iedereen de mogelijkheid om te antwoorden. Benadruk dat er verschillende manieren zijn om agressie te verwerken. De ene is niet beter dan de andere. Heb je de indruk dat iemand het incident niet goed verwerkt? Ga dan zeker een individueel gesprek aan. Verwijs door naar professionele hulp als je dan nog denkt dat de verwerking stagneert. Deze vragen kun je uiteraard ook als leidraad gebruiken voor een één-op-één gesprek met een slachtoffer of een getuige.