Omgaan met ongecontroleerd agressief gedrag
Soms ontstaat agressief of grensoverschrijdend gedrag vanuit middelengebruik of een medisch of psychisch ziektebeeld. Het gedrag is dan vaak onvoorspelbaar en intens. De persoon heeft geen controle meer over zichzelf, is niet voor rede vatbaar en kan ongewone kracht tonen. Schade beperken en veiligheid herstellen is dan je enige doel.
Wat is ongecontroleerd agressief gedrag?
Het gaat om ongeremd en chaotisch geuit agressief gedrag. Vaak is er geen duidelijke aanleiding of herkenbare opbouw. De persoon lijkt plots 'door te draaien' of volledig overmand te zijn door emoties. Oorzaken kunnen zijn:
- psychiatrische aandoeningen: bv. psychose, persoonlijkheidsstoornis, dementie;
- organisch lijden: bv. hersenletsel, epilepsie, genetische afwijkingen;
- middelengebruik: bv. alcohol, drugs, medicatie;
- traumatische ervaringen, hevige pijn of het plots ontvangen van heel slecht nieuws.
Het verloop van deze vorm van agressief gedrag is niet lineair of curve-vormig maar heel grillig of gepiekt:
- Emoties en adrenaline schieten plots omhoog.
- De persoon heeft geen controle (meer) over het eigen gedrag.
- De persoon voelt vaak geen pijn, overschrijdt grenzen zonder rem en vertoont ongewone kracht.
- Pogingen tot redeneren of begrenzen hebben meestal geen effect.
In deze toestand kan de veiligheid van alle betrokkenen in het gedrang komen. Jouw rol? Schade beperken en veiligheid herstellen.
Hoe ga je om met ongecontroleerd gedrag?
Betrek collega’s, een arts of politie. Probeer de situatie niet alleen op te lossen. Houd afstand.
- Voorzie een veilige uitweg of vluchtroute voor jezelf en de ander.
- Trek je terug met de groep als dat nodig is.
- Kom je niet weg? Neem de veiligheidshouding aan: bescherm jezelf, blijf in evenwicht.
Ook al voel je angst of frustratie, probeer rustig te spreken en traag te bewegen. Met je eigen houding kan je de situatie beïnvloeden:
- Gebruik een rustige en neutrale toon.
- Ga niet in op de inhoud. Ga zeker niet in discussie.
- Maak zeker geen grappen of vervelende opmerkingen.
- Laat je handpalmen zien. Geen vuisten, geen dichte handen.
- Stap achteruit als de ander te dichtbij komt.
- Blijf op gelijke ooghoogte, maak je niet groter.
- Sluit aan bij de persoon: noem regelmatig dienst naam een toon begrip en erkenning.
Verlaag de spanning door prikkels in de omgeving te verminderen:
- Fysiek: door lawaai, warmte, drukte te verminderen.
- Sociaal: door omstanders te verwijderen
Probeer de persoon naar een rustige, veilige plek te begeleiden.
Gebruik geen dwang, maar afleiding of uitnodiging.
Kan je geen contact maken en/of escaleert de situatie? Zorg dan in de eerste plaats voor je eigen veiligheid en die van omstaanders.
Laat de agressieve persoon alleen, breng alle andere aanwezigen naar een veilige plaats en vraag bijstand van collega’s, arts en/of politie.
Zet afzondering of fixatie alleen in wanneer er acuut en ernstig gevaar dreigt, alle alternatieven zijn uitgeput én als jullie hiervoor zijn opgeleid.
Handel altijd volgens de principes van:
- Proportionaliteit: in verhouding met de ernst van de dreiging of het gevaar;
- Subsidiariteit: pas meer ingrijpende acties inzetten als mildere acties niet volstaan;
- Menselijkheid: behandel de ander respectvol, ook in ingrijpende situaties.
Met een ambulance onder toezicht van een (MUG)arts. Zorg zo mogelijk voor extra begeleiding vanuit je team.