Leer constructief van mening verschillen

Hoe emotioneler, complexer of onzekerder het onderwerp is, hoe meer kans dat een meningsverschil ontploft. Verschil constructief van mening en inspireer elkaar tot een ruimer perspectief.

Spreek daarom voor jezelf, wees nieuwsgierig naar het standpunt van de ander en herhaal regelmatig het gespreksdoel. Besef ook dat niemand het monopolie heeft op de waarheid en verbind invalshoeken met elkaar.

Ontploffingsgevaar

Wat maakt dat het ene gesprek rustig verloopt en dat het andere al snel ontploft?
En is het een conflict of ‘slechts’ een pittige discussie?

Het ontploffingsgevaar hangt af van twee factoren:

  • Emotie: in welke mate raakt het onderwerp jou emotioneel?
  • Onzekerheid: in welke mate weet je met zekerheid iets over het onderwerp?

Grafiek van emotie en onzekerheid. Bij hoge onzekerheid en hoge emotie ontploffen conflicten al snel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



1 en 2: Veel zekerheid, weinig tot veel emotie

Als iets heel duidelijk is, met het blote oog zichtbaar is, of al wetenschappelijk bewezen is, dan is er weinig ruimte tot discussie.

Ook al raakt het onderwerp je emotioneel. Als het duidelijk is, ga je sneller akkoord of leg je je makkelijker neer bij de feiten.

3: Weinig emotie, veel onzekerheid

Als iets minder duidelijk is, kunnen er heel veel meningen zijn en kunnen er vanuit heel veel perspectieven argumenten aangereikt worden.

Omdat het onderwerp je weinig raakt, zal de boel niet ontploffen. Je zal hier sneller tot een consensus komen of sneller besluiten dat je verschilt van mening. Want het maakt jou niet echt uit.

4: Veel emotie en onzekerheid

Als een onderwerp je emotioneel raakt, vrij complex is én je er niet alles met zekerheid over weet, kunnen de gemoederen verhitten.

Als je gesprekspartner jouw mening of overtuiging in vraag stelt, kan dat aanvoelen als een persoonlijke aanval. De neiging om je standpunt te verdedigen en allerlei argumenten aan te halen om toch bevestigd te worden, is dan groot.

Ook je neiging om de ander aan te vallen vergroot. Je legt de ander woorden in de mond of je bestempelt de ander als slecht geïnformeerd, dom of kwaadaardig. Weet dat als je zulke dingen zegt, de kans heel klein wordt dat de ander bereid is om te luisteren en jouw argumenten te overwegen. Beledigingen zijn de slechtste manier om iemand te overtuigen.

Daarnaast geldt dat hoe meer je over een onderwerp weet en hoe meer informatie erover beschikbaar is, hoe makkelijker het is om je standpunt te verdedigen, feiten aan te halen en tegenargumenten te verzinnen. Maar vaak vergeet men daarbij dat het onderwerp zo complex is, dat niemand het echt weet of kan overzien.

Rijd je niet vast in discussie en je grote gelijk

Besef dat jouw gevoel van zekerheid niet per se iets zegt over de waarheid. De zaken of gebeurtenissen zijn vaak complexer dan je kan begrijpen. Bovendien zijn we allemaal het product van onze eigen opvoeding en context. Dat kleurt onze waarneming.

Als je tegenargumenten hoort, ben je geneigd om heel kritisch te zijn. Je richt je op elke kleine leemte of elke kleine fout in de redenering van de ander. Als je zelf je standpunt opbouwt, ben je niet zo kritisch voor jezelf.

Draai het eens om. Leg de lat voor je gesprekspartner of tegenstander eens lager en voor jezelf hoger.

 

Zo verschil je constructief van mening

Wil je de ander overtuigen, wil je je visie toetsen of laten aanvullen, of wil je samen tot een beschouwing of oplossing komen? En hoe wil je dat doen? Benoem dat en herhaal dit regelmatig in het gesprek.

Achterhaal wat de ander werkelijk bedoelt en wat echt zijn standpunt is. Luister oprecht naar de ander, ook al ben je het er niet mee eens. Ga mee op zoek naar de achterliggende gevoelens, behoeften en waarden.

Stel vragen en help mee om het standpunt te herformuleren. Eens het standpunt echt duidelijk is en de ander het eens is met de herformulering, kan je verder in het gesprek.

Laat je niet verleiden tot gemene opmerkingen of persoonlijke aanvallen.

Let op je ademhaling, tracht je lichaam te ontspannen en op een gewone toon verder te praten.
Gebruik eventueel metacommunicatie. Daarbij herhaal je het gespreksdoel en benoem je hoe je de onderlinge communicatie ervaart.

Bijvoorbeeld: “Ik wil dit graag met je uitpraten en ik hoop jij ook. Ik voel me persoonlijk aangevallen als je x of y zegt. Ik begrijp dat je me het een en ander wil duidelijk maken, maar ik wil je toch vragen om vanuit jezelf te spreken”

Elke gesprekspartner is gelijkwaardig en draagt een puzzelstuk aan van het grotere geheel.

Omarm de diversiteit. Net door de verschillende standpunten samen te leggen, samen te overzien en te verbinden kom je tot rijkere (voorlopige) oplossingen.